Verslaving
« Verslaving », « toxicomanie », « afhankelijkheid », « addictie »: al die termen zijn zo goed als synoniemen en verwijzen naar het begrip “drugs”.
Het grote publiek heeft lange tijd “drugs” geassocieerd met de zogenaamde “hard drugs” (heroïne en cocaïne zijn daar in België de bekendste voorbeelden van) die aan de basis liggen van ernstige psychologische, sociale, fysieke en familiale problemen.
Maar het begrip drugs is veel ruimer dan dat. De wetenschappelijke term om een drug in de vorm van een product aan te duiden, is “psychotropicum”. Dat is een substantie die de werking van het centrale zenuwstelsel wijzigt en tot verslaving kan leiden.
Op het ogenblik beschouwt men sommige gedragsvormen – zoals naar het casino gaan, sport beoefenen, op de computer spelen – ook als drugs. Die gedragsvormen wijzigen immers ook de activiteit van het centrale zenuwstelsel en kunnen tot afhankelijkheid leiden.
De huidige visie op drugs en verslaving steunt op een globale benadering en maakt duidelijk dat er een reeks van gemeenschappelijke fysieke en psychologische mechanismen te herkennen is, ook al heeft elke drug zijn specifieke eigenschappen (die verband houden met het product of met het problematische gedrag).
Zo maakt men een onderscheid tussen drugs in de vorm van een product (opwekkende middelen zoals cocaïne maar ook ... nicotine; roesmiddelen zoals heroïne, alcohol, heroïne, angstremmers; en bewustzijnsverruimende middelen) en drugs waar geen product bij komt kijken (zoals speel- of sportverslaving).
Alle drugs wijzigen de werking van het centrale zenuwstelsel en beïnvloeden de circuits van het plezier en de beloning. Bij het gebruik van een drug, gelijk welke, komt er dopamine in de hersens vrij en dat is een bron van plezier.
De gewenning komt tot uiting wanneer de speler een sterkere “dosis” nodig heeft om dezelfde effecten te voelen.
Het “dwangmatige" aspect, waardoor de persoon in kwestie op een niet te controleren manier een bepaald gedrag gaat vertonen, is een ander punt dat alle vormen van verslaving gemeenschappelijk hebben. Het individu kan niet verhinderen dat hij een bepaald gedrag vertoont, hoewel hij soms weet dat dit gedrag nefaste gevolgen voor hem heeft. Er is een impulsieve, onweerstaanbare en oncontroleerbare behoefte om te spelen.
Verslaafden zijn vaak, in verschillende mate, ambivalent: in het “druggebruik” zien ze zowel voordelen (de onmiddellijke bevrediging) als nadelen (financiële, professionele, familiale problemen, ...). Het druggebruik leidt tot een direct voordeel dat de nefaste gevolgen van het gedrag, die later optreden, doet vergeten. Het is jammer genoeg zo dat iemand zijn problematische gedrag pas opgeeft, wanneer die gevolgen een catastrofale omvang aannemen, wanneer het alleen nog maar om een kwestie van overleven gaat.
Wanneer iemand stopt met spelen, vertoont hij zoals bij andere verslavingen ontwenningsverschijnselen: bijv. irriteerbaarheid, obsessies, slapeloosheid, angstgevoelens, depressies en fysieke stoornissen...